In de wereld van arbeidsrelaties spelen sociale verkiezingen een cruciale rol bij het waarborgen van de belangen van werknemers en het stimuleren van inspraak binnen ondernemingen. Deze verkiezingen vormen het fundament voor de oprichting of vernieuwing van de ondernemingsraden (OR) en de comités voor preventie en bescherming op het werk (CPBW), waarin zowel werkgevers als werknemers vertegenwoordigd zijn. Met de aanstaande sociale verkiezingen van 13 tot en met 26 mei 2024 in het hele land, is het een uitgelezen moment om het belang van dit proces te benadrukken.
Sociale verkiezingen zijn een essentieel onderdeel van het democratische proces binnen ondernemingen. Ze vinden plaats in meer dan 7000 ondernemingen, variërend van private bedrijven met commerciële doeleinden tot non-profitorganisaties, zoals sociale en gezondheidsdiensten. Ze zijn bedoeld om werknemers inspraak te geven in belangrijke besluitvormingsprocessen binnen de organisatie. Het aantal medewerkers in de technische bedrijfseenheid (TBE) binnen een bepaalde referteperiode bepaalt of sociale verkiezingen verplicht zijn. Ondernemingen die een bepaalde tewerkstellingsdrempel overschrijden, zijn verplicht dit te organiseren. Concreet wil dit zeggen dat bedrijven die gewoonlijk gemiddeld ten minste 100 werknemers in dienst hebben zowel een ondernemingsraad als een comité voor preventie en bescherming op het werk moeten oprichten, terwijl bedrijven met gemiddeld ten minste 50 werknemers enkel een comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) moeten instellen.
De OR en het CPBW dienen als inspraakorganen waar zowel het management als de werknemers een stem hebben. Ze zijn paritair samengesteld, wat inhoudt dat beide partijen gelijk vertegenwoordigd zijn (de werkgever mag nooit in aantal meer vertegenwoordigers hebben dan de werknemers). Het management wijst leden van zijn afvaardiging aan onder leidinggevend personeel, terwijl werknemers hun vertegenwoordigers kiezen via sociale verkiezingen. Werknemers hebben het recht zich kandidaat te stellen en worden vervolgens via stemming gekozen. Let op, niet alle werknemers mogen zich kandidaat stellen. Werknemers moeten aan de kiesbaarheidsvoorwaarden voldoen. De verkiezingsprocedure voor sociale verkiezingen strekt zich uit over een totaal van 150 dagen. Er zijn twee cruciale data:
– Dag X: Op deze dag kondigt de werkgever binnen de organisatie de datum van de sociale verkiezingen aan.
– Dag Y: Dit markeert de daadwerkelijke stemdag.
De procedure begint feitelijk 60 dagen voor X, waarin de werkgever een kennisgeving over de sociale verkiezingen naar belangrijke instanties, zoals de FOD, vakbonden en de organisatie, stuurt. Dit wordt gevolgd door meldingen op X-35 en X, waarbij de werkgever opnieuw kennisgevingen moet doen aan deze instanties. Deze meldingen omvatten details zoals het aantal beschikbare mandaten, de technische bedrijfseenheid (TBE), en de verdeling van het personeel in categorieën zoals arbeiders, bedienden, jongeren, kaderleden en leidinggevend personeel.
Na Dag X is het de beurt aan de vakbonden om kandidaatlijsten in te dienen tegen X+35. Op dat moment heeft de werkgever in principe een idee of er voldoende kandidaten zijn en of hij de verkiezingen (gedeeltelijk) kan stopzetten. Vervolgens volgt een periode waarin de werkgever verschillende administratieve taken moet uitvoeren, waaronder het samenstellen van het stembureau (voorzitter, secretaris, bijzitters), het verkrijgen van de benodigde fysieke materialen, het oproepen van werknemers, en het afdrukken en op een specifieke manier vouwen van stembiljetten.
Deze zorgvuldig geplande stappen zijn essentieel voor het soepel verlopen van de sociale verkiezingsprocedure, waardoor zowel werkgevers als werknemers op een transparante en democratische manier kunnen deelnemen aan het proces.
Een essentieel aspect van de sociale verkiezingsprocedure is de bescherming van kandidaten tegen ongerechtvaardigd ontslag. Tenzij er sprake is van een dringende reden die vooraf door de arbeidsrechtbank wordt aanvaard, of van economische/technische redenen die erkend zijn door het paritair comité, mogen kandidaten niet worden ontslagen. Deze maatregel is van vitaal belang voor het handhaven van de integriteit van het verkiezingsproces en het beschermen van de vertegenwoordigers van werknemers.
Een opmerkelijk aspect van deze bescherming is dat deze van kracht wordt op X-30, ruim voordat bekend is wie zich kandidaat zal stellen. Deze periode staat bekend als de ‘occulte’ periode, omdat tijdens deze fase iedereen geniet van de ontslagbescherming. Zelfs iemand die aanvankelijk geen plannen had om zich kandidaat te stellen, maar toch wordt ontslagen, kan na het ontslag bekend maken dat hij zich kandidaat ging stellen om aanspraak te maken op de extra bescherming én vergoeding die daarmee gepaard gaat.
Elke werkgever die aan de tewerkstellingsdrempel voldoet, is verplicht om sociale verkiezingen te organiseren of op zijn minst de procedure op te starten. Zelfs indien je vermoedt dat er geen interesse is vanuit de werknemers om zich kandidaat te stellen. Een onderneming die nalaat de procedure op te starten, hoewel hij hiertoe verplicht is, riskeert een strafrechtelijke geldboete van 800 tot 8.000 euro of een administratieve geldboete van 400 tot 4.000 euro. Beide boetes worden vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers met een absoluut maximum van 100. Bovendien kan je verplicht worden om alsnog de sociale verkiezingen te organiseren buiten de daartoe voorziene periode.
In conclusie, sociale verkiezingen spelen een cruciale rol in het bevorderen van democratie en inspraak binnen organisaties. Ze zijn essentieel voor het waarborgen van de belangen van werknemers en het tot stand brengen van evenwichtige besluitvorming tussen management en personeel. Het naleven van wettelijke verplichtingen door werkgevers, samen met een actieve bevordering van werknemersparticipatie, zal niet alleen bijdragen aan een rechtvaardige werkomgeving, maar ook aan een sterker en meer harmonieus arbeidsklimaat waarin alle belanghebbenden zich gehoord en vertegenwoordigd voelen.